Detail

BACK  EN  FR  DE  NL    Drukken

ESI-I-1 - Afgifte van een binnenschipcertificaat

Een schip (in dit geval een passagiersschip) heeft een Certificaat van Onderzoek voor de Rijn. In dit Certificaat van Onderzoek voor de Rijn zijn onder punt 52 ontheffingen ingeschreven die op grond van een aanbeveling van de CCR zijn toegestaan.
De scheepseigenaar wil nu voor zijn schip het Certificaat van Onderzoek voor de Rijn om laten schrijven in een Uniecertificaat.

Er zijn twee interpretaties denkbaar:

1. Overeenkomstig artikel 7 van de Richtlijn (EU) 2016/1629 mogen schepen met een Certificaat van Onderzoek voor de Rijn op alle waterwegen van de Unie varen. Een Certificaat van Onderzoek is dus gelijkwaardig aan een Uniecertificaat. Dit wordt nog eens extra bevestigd door de bepaling in het tweede gedachtestreepje van onderdeel a van het genoemde artikel, waarin staat dat het voor de Rijn afgegeven Uniecertificaat volledig moet voldoen aan de bepalingen van de CCR voor de Rijn.
Gaat men uit van deze interpretatie, dan zou het Certificaat van Onderzoek waar het schip over beschikt, zonder problemen omgezet kunnen worden in een Uniecertificaat.

2. De afgifte van een Uniecertificaat geeft het recht om alle waterwegen van de EU te bevaren. Hoe omgegaan moet worden met de aanbevelingen, dat wil zeggen met afwijkingen van de ES-TRIN, is geregeld in artikel 25 van Richtlijn 206/1629. Deze afwijkingen worden door de Europese Commissie op verzoek van een lidstaat en na goedkeuring door CESNI door middel van een uitvoeringshandeling omgezet in EU-recht. In dit geval is er geen uitvoeringshandeling. Artikel 25 bevat ook geen bepalingen voor de erkenning van afwijkingen op basis van een aanbeveling die door de organen van de CCR werd toegekend.
Gaat men uit van deze interpretatie, dan is een omzetting één op één van het Certificaat van Onderzoek niet mogelijk.


Vraag: Welke van de twee interpretaties is de juiste?

De interpretatie onder punt 2is van toepassing. Aangezien het schip naar een ander juridisch regime over gaat (van CCR- naar EU-recht), moet het volledig voldoen aan de bepalingen van het andere rechtskader dat dan van toepassing zal zijn (in dit geval dus de Richtlijn (EU) 2016/1629). In de Richtlijn is momenteel niet voorzien dat de aanbevelingen van de CCR erkend worden. De Richtlijn bepaalt dat de inschrijving van een ontheffing in het Uniecertificaat pas kan plaatsvinden als de Commissie overeenkomstig de daarvoor vastgelegde procedure met de ontheffing heeft ingestemd.

Indien de eigenaar voor zijn schip een Uniecertificaat wenst ter vervanging van het Certificaat van Onderzoek voor de Rijn en hij de ontheffing wil behouden die hij op grond van een aanbeveling van de CCR heeft gekregen, zal hij zich moeten houden aan de voorschriften en moet hij dus de volledige procedure doorlopen voor het verkrijgen van een Uniecertificaat en een ontheffing krachtens artikel 25 zoals beschreven in Richtlijn (EU) 2016/1629. Afgezien daarvan bestaat de mogelijkheid te verzoeken om een voorlopig certificaat.

CESNI/PT (19) 108 rev. 1, CESNI/PT (19)m 104 final, point 4.1

CESNI werkgroep voor de technische voorschriften CESNI/PT,