Detail
Artikel 19.06, derde lid, onderdeel a - Toepassing van artikel 19.06, derde lid, onderdeel a op een ruimte met diverse toiletten
Artikel 19.06, derde lid, onderdeel a, van ES-TRIN is als volgt geformuleerd:
"a) Verblijven of groepen van verblijven die voor 30 of meer passagiers zijn bestemd of ingericht, dan wel voor 12 of meer passagiers bedden bieden, moeten ten minste twee uitgangen hebben. Op schepen voor dagtochten mag één van deze twee uitgangen door twee nooduitgangen worden vervangen. Verblijven, uitgezonderd hutten, en groepen van verblijven met slechts één uitgang moeten ten minste één nooduitgang hebben."
V1) De laatste zin van artikel 19.06, derde lid, onderdeel a, van ES-TRIN voorziet het volgende: "Verblijven, uitgezonderd hutten, en groepen van verblijven met slechts één uitgang moeten ten minste één nooduitgang hebben."
De vrijstelling voor de hutten lijkt ons relevant, aangezien een dergelijke eis in onze ogen streng en moeilijk toe te passen lijkt te zijn voor ruimten die zijn bestemd om slechts heel weinig personen tegelijk te ontvangen. Andere ruimten kennen echter dezelfde situatie, in het bijzonder de toiletruimten. Moeten deze laatste ook een nooduitgang hebben of kunnen deze worden gelijkgesteld met "hutten" in de zin van dit artikel?
V2) De lezing van artikel 19.06, derde lid, onderdeel a, leidt tot de volgende conclusie: een groep van verblijven die voor minder dan 30 passagiers is bestemd of ingericht, moet ten minste één uitgang en één nooduitgang hebben. Deze eis is geldig voor een groep van hutten die voor minder dan 12 passagiers bedden biedt.
Bij uitbreiding moet een groep van toiletruimten die voor minder dan 30 passagiers is bestemd of ingericht ten minste één uitgang en ten minste één nooduitgang hebben. Kan de werkgroep deze interpretatie bevestigen, met name voor dagtochtschepen?
RV/G (15) 30
Antwoord op vraag Q1 in document RV/G (15) 30:
De WERKGROEP is van mening dat voor individuele toiletten dezelfde regels moeten gelden als voor hutten. Een ruimte met diverse toiletten is vergelijkbaar met een groep hutten.
Antwoord op vraag Q2 in document RV/G (15) 30:
De WERKGROEP bevestigt de volgende interpretatie:
- Een individueel toilet moet slechts één uitgang hebben (naar analogie van een hut).
- Als de groep van toiletten (sanitaire ruimte) voor minder dan 30 passagiers is bestemd of ingericht, moet deze groep van toiletten één uitgang en één nooduitgang hebben.
- Als een groep van toiletten (sanitaire ruimte) voor 30 of meer passagiers bestemd of ingericht is, moet deze groep van toiletten ten minste twee uitgangen (of één uitgang en op dagtochtschepen twee nooduitgangen) hebben.
RV/G (16)m 9, punt 4.1
CCR werkgroep Reglement van Onderzoek, RV/G, groep van verblijven, passagiersschepen, diverse toiletten, uitgang, nooduitgang